Hoe wordt een beenprothese bevestigd?
Er zijn verschillende systemen om een beenprothese aan uw stomp te bevestigen. Voor alle systemen zijn de belangrijkste onderdelen de liner en de prothesekoker.
Liner
De liner is een kous gemaakt van siliconen – of gelmateriaal – en wordt over uw stomp afgerold. Zo ontstaat een vacuüm tussen de stomphuid en de binnenkant van de liner. De prothese wordt bevestigd aan de liner. Ook zorgt de liner voor bescherming van de stomp, waardoor het draagcomfort van uw prothese verbetert.
Prothesekoker
De prothesekoker is een op maatgemaakte harde koker die over de liner om uw stomp wordt geplaatst. Aan de prothesekoker zit het onderstel van de prothese bevestigd.
Zie de koker als het ophangingssysteem van de beenprothese. Er zijn vijf systemen om de prothesekoker aan een stomp te bevestigen.
- Pinophanging
- Vacuümophanging
- Condylenophanging (anatomische vorm van de stomp)
- KISS-systeem (klittenbandophanging)
- Lanyard-ophanging (liner met touwtje)
De ’juiste’ ophanging is afhankelijk van uw stompvorm, stomplengte, uw gezondheid, spierkracht en persoonlijke wensen. Met de juiste ophanging voorkomt u dat de prothese afzakt en kost lopen zo min mogelijk energie. Vraag uw adviseur wat voor u de beste oplossing is.
Onderbeenprothese bevestigen
Er zijn een aantal manieren om een onderbeenprothese te bevestigen.
Liner met pin
De onderbeenprothese wordt aan de liner bevestigd met een pinsysteem. De pin zit aan het uiteinde van de liner. Zodra u in de prothesekoker stapt, klemt de pin vast in een slotmechanisme onder in de koker. Trek de beenprothese uit door op een knop te drukken aan de buitenkant van de prothese.
Liner met sleeve
Een sleeve is een extra vacuümkous die wordt afgerold over uw stomp en vastzit aan de buitenkant van de koker. Wanneer u met de liner (zonder pin) in de prothesekoker stapt wordt door de extra kous aan de buitenzijde een vacuüm gecreëerd. Een uitstootventiel onder in de koker perst overtollig lucht uit het systeem tijdens het lopen.
Liner met rubberring aan de buitenzijde (seal-in)
Een rubberring aan de buitenkant van de liner en een uitstootventiel onder in de prothesekoker zorgen samen voor een vacuüm in de koker bij het lopen. Door met alchoholspray in de koker te spuiten gaat instappen met de stroeve rubberring eenvoudiger, kan de lucht via het uitstootventiel naar buiten en maakt de rubberring een vacuüm met de harde koker. De stomp met liner zit dan vast in de koker en kan uitgedaan worden wanneer men de knop op het ventiel ingedrukt houdt.
Actief vacuümsysteem
Net als de liner met sleeve maakt het actieve vacuümsysteem gebruik van een liner zonder pin en een sleeve. Het pompmechanisme in de onderbeenbuis of de prothesevoet onttrekt actief lucht uit de koker tijdens het lopen.
Lanyard-ophanging (liner met touwtje)
De liner wordt door een touwmechanisme aan de koker bevestigd (Lanyard-ophanging). Dit touwtje zit vastgeschroefd aan het uiteinde van de liner die u om uw stomp draagt. Het touwtje loopt naar buiten door een opening in de bodem van de prothesekoker. Door aan het touwtje te trekken, wordt de stomp de prothesekoker ingetrokken. Wanneer de stomp juist in de koker zit, zet u het touwtje vast.
Onderbeenprothese bevestigen m.b.v. de anatomische vorm van de stomp (KBM-principe)
Een prothese hoeft niet met een liner bevestigd te worden. Door slim gebruik te maken van de anatomische vorm van de knie kan de prothese aan uw stomp bevestigd worden (condylenfitting).
Condylenfitting
Het been is boven de knie net iets smaller dan de knie zelf. Door de kokervorm zo te maken dat die inloopt boven de knie blijft die daaraan hangen: het KBM-principe. Dit systeem heet condylenfitting en maakt gebruik van een zachte binnenkoker met stompsokken en een harde buitenkoker. Voor nog beter houvast of een steviger gevoel kan een extra elastische kous of sleeve gebruikt worden.
Bovenbeenprothese bevestigen m.b.v. een vacuüm
Er zijn een aantal manieren om een bovenbeenprothese te bevestigen.
Liner met rubberring aan de buitenzijde (seal-in)
Een rubberring aan de buitenkant van de liner en een uitstootventiel onder in de prothesekoker zorgen samen voor een vacuüm in de koker bij het lopen. Door met alchoholspray in de koker te spuiten gaat instappen met de stroeve rubberring eenvoudiger, kan de lucht via het uitstootventiel naar buiten en maakt de rubberring een vacuüm met de harde koker. De stomp met liner zit dan vast in de koker en kan uitgedaan worden wanneer men de knop op het ventiel ingedrukt houdt.
Liner met pin
De onderbeenprothese wordt aan de liner bevestigd met een pinsysteem. De pin zit aan het uiteinde van de liner. Zodra u in de prothesekoker stapt, klemt de pin vast in een slotmechanisme onder in de koker. Trek de beenprothese uit door op een knop te drukken aan de buitenkant van de prothese.
KISS-systeem (klittenbandophanging)
De liner is voorzien van klittenband. Bij het aantrekken van de beenprothese wordt het klittenband door de bodem van de koker naar buiten getrokken. Het klittenband loopt door een soort trekoog en wordt teruggeslagen op dezelfde band. Aan de bovenzijde van de voorkant van de liner zit een druppelvormig stukje klittenband. Aan de band zit een oog – het trekoog – die aan de liner kleeft. De koker heeft daardoor twee trekogen: één onderin en één aan de bovenkant van de voorzijde.
Bovenbeenprothese bevestigen zonder liner
Het is ook mogelijk de prothese zonder een liner aan de stomp te bevestigen. Zonder een liner gaat de stomp direct in de prothesekoker. Door het zachte spierweefsel van de bovenbeenstomp geeft dit voldoende vacuüm.
Vacuüm op de blote huid
Om de prothese om de blote huid te kunnen dragen, trekt u eerst een dubbelwandige aantrekzak van parachutestof om de stomp. Hiermee stapt u in de prothesekoker. Terwijl u op de prothese leunt, trekt u door het ventielgat de aantrekzak in zijn geheel naar buiten en zit de stomp onder in de prothesekoker. Vervolgens wordt het ventielgat afgesloten met een dop van het uitstootventiel.
Meer lezen over leven met een prothese?
Ga dan naar onze pagina’s over heet aanmeten en passen van een prothese, tips voor het onderhoud en het sporten met een prothese.